bestemmingsplan

Hanna Rentmeester is advocaat bij Ekelmans & Meijer Advocaten te Den Haag en gespecialiseerd in Onroerend Goed-, Bouw- en Bestuursrecht. Tezamen met Carlyne Bakker zal zij regelmatig een bijdrage aan deWro.nl leveren over een actueel onderwerp of een recente uitspraak. Hieronder treft u haar eerste bijdrage.

Projectontwikkelaars lopen er in de praktijk vaak tegen aan; met de Gemeente wordt afgesproken dat de door hen gewenste ontwikkelingen zullen worden opgenomen in een nieuw bestemmingsplan, maar daarna verstrijken er maanden en soms jaren voordat een plan definitief wordt vastgesteld. Kan de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen hiervoor een oplossing bieden? De Afdeling beantwoordde deze vraag in haar uitspraak van 4 mei 2010, nummer 201001808/1/R3, LJN BM3260.

Nadat een ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage heeft gelegen, dient de Gemeenteraad op grond van artikel 3.8 lid 1 sub e Wro binnen twaalf weken te beslissen op het ontwerpplan. In het onderhavige geval had de Gemeenteraad niet binnen deze termijn een vaststellingsbesluit genomen. Appellant stelt de Gemeenteraad in gebreke en twee weken daarna stelt hij beroep in tegen het niet tijdig nemen van het vaststellingsbesluit, en verzoekt de Afdeling om de Raad op te dragen alsnog een vaststellingsbesluit te nemen.

De Raad voert aan dat in dit geval geen beroep ingesteld kan worden omdat artikel 6:2 Awb niet van toepassing is nu een bestemmingsplan een algemeen verbindend voorschrift is, en het instellen van beroep tegen dergelijke voorschriften uitgesloten is. Daarnaast stelt de Raad zich op het standpunt dat appellant geen aanvraag om vaststelling van het bestemmingsplan heeft ingediend en dat de termijnen in de Wro uitsluitend van orde zijn, zodat sprake is van een ambtshalve te nemen besluit waarvoor geen beslistermijn geldt.